Ordinantie voor de verkiezing van ambtsdragers.

 

II. De verkiezing en bevestiging van ouderlingen en diakenen.

Artikel 11.

De verkiezing van ouderlingen en diakenen.

Bezwaren tegen belijdenis en wandel van de voorgestelde, zo deze mochten bestaan, kunnen door leden der gemeente uiterlijk op de vijfde dag na die kerkdienst schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend, worden ingediend bij de kerkeraad, die daarmede handelt naar de ordinantie voor het opzicht.