Algemene ordening

Hoofdstuk 1

Van de Kerk en haar leden.

Tot een Evangelisch-Lutherse gemeente kunnen tevens gastleden behoren. Zij, die zijn gedoopt, dan wel gedoopt en bevestigd in die Kerken, waarvan degenen, die in die Kerken gerechtigd zijn tot de verkondiging van het Woord, ook in de Evangelisch-Lutherse Kerk daartoe bevoegd zijn verklaard door de Synode, overeenkomstig artikel 42b, derde lid onder c. van deze Ordening, worden gastlid door inwilliging van hun verzoek door de kerkeraad van de Evangelisch-Lutherse gemeente tot welke zij geacht willen worden te behoren.