19/87

Een college van kerkvoogden gaat in beroep ex ord. 13-50-4 tegen een uit­spraak van de commissie van beroep voor de traktementen, salarissen en pen­sioenen van predikanten en vicarissen.

Heeft de predikant recht op enige vergoeding van de woonlasten, nu hij op eigen verzoek buiten zijn standplaats is gaan wonen in een niet door de kerkvoogdij ter beschikking gestelde woning en hij uit dien hoofde geen rechtstreeks beroep kan doen op ord. 13-10 of art. 5-13 en art. 6 Gen. Reg. Pred. Tract.

De genoemde commissie heeft de vraag bevestigend beantwoord en een bedrag vastgesteld. De GCBG verenigt zich met deze uitspraak en de gronden waarop die rust. Hier doet zich niet één der gevallen voor waarin plaats is voor vernietiging in overeenstemming met ord. 13-50-4.


Heuvel, P. van den (2005)