6.5.2 De organen van bijstand

De generale synode heeft vier met name genoemde organen van bijstand (ord. 4-28-1). Daarnaast kunnen er andere commissies worden benoemd voor beperkte of tijdelijke taken (ord. 4-28-6). Verder gelden voor de generale synode als orgaan van bijstand alleen commissies die op grond van kerkordelijke regelgeving bepaalde taken namens de generale synode verrichten. Daarvoor moeten dus in de kerkorde zelf aanknopingspunten te vinden zijn.

Zie voor de generale synode met de organen van bijstand en colleges het organigram in bijlage 4.

Als eerste orgaan van bijstand van de generale synode wordt de generale raad van advies genoemd (ord. 4-28-3). Deze raad heeft allereerst tot taak de generale synode te adviseren ter zake van het leven en werken van de kerk, in het bijzonder met betrekking tot het werk van de dienstenorganisatie. Het is goed als deskundige leden van de kerk, die niet betrokken zijn bij de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het werk en die zich daarvan dus geheel onafhankelijk kunnen opstellen, de arbeid van de dienstenorganisatie van advies en zonodig van commentaar voorzien. Zij kunnen ook signalen in de kerk en de samenleving opvangen en doorgeven, waarop de kerk zou moeten reageren of inspelen. De synode kan zich door de raad ook laten adviseren bij de vaststelling van het synodale beleid en bij het beoordelen van zaken die vanuit de dienstenorganisatie aan de synode worden voorgelegd.

 

Vervolgens wordt in ord. 4-28-4 de taak van de raad van advies voor het gereformeerd belijden aangeduid. Dit orgaan van bijstand adviseert de generale synode in aangelegenheden die het gereformeerd belijden raken. Concreet valt daarbij te denken aan de behandeling van een gravamen tegen een van de gereformeerde belijdenisgeschriften (ord. 1-5-6) of aan het opzicht over de verkondiging en de catechese (ord. 10-15-2). Maar ook bij de voorbereiding van bijvoorbeeld een herderlijk schrijven zou het advies van dit orgaan kunnen worden gevraagd.

Andere ambtelijke vergaderingen en organen van de kerk kunnen een beroep doen op de raad van advies voor het gereformeerd belijden als ze advies nodig hebben bij de bezinning op vragen van geloof en kerk of bij het kerkelijk gesprek. De generale synode kan deze raad verzoeken namens de kerk het contact met

|189|

andere kerken van gereformeerd belijden en daarmee verwante organisaties te onderhouden. In de regel zal de kerk deze relaties zelf onderhouden. Wellicht zal voor sommige kerken de raad van advies voor het gereformeerd belijden gemakkelijker als gesprekspartner aanvaardbaar zijn.

 

De genoemde organen van bijstand zijn bevoegd als zij daar aanleiding toe zien de synode een ongevraagd advies aan te bieden. Het staat de synode dan uiteraard vrij om zelf te bepalen of ze een dergelijk advies in behandeling neemt of het voor kennisgeving aanneemt.

 

Voor de raad van toezicht voor het theologisch wetenschappelijk onderwijs, die als derde wordt genoemd, verwijzen we verder naar § 13.10.