13.10 De raad van toezicht TWO

De schakel tussen kerk en instellingen wordt primair gevormd door de raad van toezicht TWO. Deze heeft ten opzichte van de synode een verantwoordings- en inlichtingenplicht (G.R. opleiding predikanten, art. 8). Reeds in ord. 4-28-1 wordt de raad van toezicht TWO genoemd, als een van de organen van bijstand van de generale synode. In ord. 4-28-2 is het een en ander geregeld inzake de relatie tussen synode en de organen van bijstand. Ord. 13-3 werkt dat verder uit en gaat met name in op de taak en de samenstelling van de raad van toezicht two. Meer details vindt men in de generale regeling opleiding predikanten, art. 6 t/m 8. In dit hoofdstuk komen alleen de hoofdlijnen aan de orde.

 

De raad van toezicht TWO heeft volgens ord. 13-3-1 tot taak ‘de belangen te verzorgen van de opleiding en vorming van de predikanten’ en wel met name door ‘de coördinatie van de arbeid die op dit terrein vanwege de kerk wordt verricht en het toezicht op het bestuur van de door de kerk gestichte instellingen voor theologisch wetenschappelijk onderwijs’. Sleutelwoorden in ord. 13-3-2 zijn

|307|

vervolgens: doen besturen, houden van toezicht, doen van voorstellen, verlenen van goedkeuring — ten aanzien van samenwerking van het Theologisch Wetenschappelijk Instituut met de betrokken theologische faculteiten, en ten aanzien van overeenkomsten met de rijksoverheid inzake financiering —, en het doen bijhouden van het album van de kerk. Art. 7 van de generale regeling werkt bepaalde onderdelen verder uit.

Het toezicht betreft het voldoen aan wettelijke en kerkordelijke regelingen, de goedkeuring van reglementen, instellingsplannen, begrotingen en jaarrekeningen, samenwerkingsovereenkomsten en dergelijke. Betreft een en ander het Evangelisch-Luthers Seminarium, dan is bij bepaalde procedures voorzien in een eigen rol voor de evangelisch-lutherse synode.

In veel gevallen neemt de raad van toezicht TWO geen besluiten dan na betrokken colleges van curatoren gehoord te hebben. Omgekeerd kan de raad van toezicht TWO deze colleges ongevraagd advies geven.

Wat tenslotte de samenstelling van de raad van toezicht TWO betreft: het gaat om vijf belijdende leden van de kerk, die door de generale synode of vanwege haar — dat wil zeggen door de kleine synode — worden benoemd, maar zo nodig ook worden geschorst of ontslagen, desnoods tussentijds (ord. 13-3-4). In de generale regeling opleiding predikanten (art. 6) wordt duidelijk dat de synode hier niet over één nacht ijs kan gaan: een aantal min of meer betrokken instanties krijgt in deze procedures een eigen inbreng, via kandidaatstelling of door althans gehoord te worden. Daar wordt duidelijk gemaakt dat de leden van de raad van toezicht TWO onafhankelijk dienen te zijn. Dubbelfuncties met het lidmaatschap van enig in de procedure betrokken orgaan, of bijvoorbeeld met het docentschap aan enige theologische onderwijsinstelling, zijn daarom niet toegestaan. De enige uitzondering is te vinden bij het eerste gedachtestreepje in art. 6-3 van de generale regeling opleiding predikanten en die uitzondering is met de nodige waarborgen omgeven. Wel kunnen voorzitters van colleges van curatoren van de predikantsopleidingen van de kerk de vergaderingen van de raad van toezicht TWO met adviserende stem bijwonen.