1.1.7 Continuïteit

De Protestantse Kerk in Nederland is de voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden (art. II-1).

Pas in art. II worden de kerken die zijn verenigd in de Protestantse Kerk in Nederland genoemd. Wanneer na lezing van art. I meerdere kerkgemeenschappen zich in deze weg van het belijden willen voegen en te kennen zouden geven te willen behoren tot de Protestantse Kerk in Nederland is het mogelijk tot vereniging te komen. Na lezing van art. I is immers duidelijk in welke traditie deze kerk staat en voort wil gaan. Zij verstaat zichzelf als voortzetting van de kerk van de reformatie. De continuïteit van de reformatie schuilt in wat gezegd wordt over de grond van de kerk in Gods openbaring. In beweging door de tijd heen is de Protestantse Kerk in Nederland verbonden met het voorgeslacht. Zij is geen nieuwe kerk, maar staat geplant in de grond van de confessie en is geworteld in een geschiedenis die het drie kerken mogelijk maakt samen verder te groeien. De reformatie is nooit bedoeld als een voltooide zaak. Steeds opnieuw is er de roeping te hervormen. In elke tijd wordt de kerk gevraagd de continuïteit met het evangelie van Jezus Christus in verkondiging en dienst aan te geven. Er is een voortgaande en doorgaande lijn in belijdenis en geschiedenis. De Protestantse Kerk in Nederland is de voortzetting van de in haar verenigde kerken met hun erfgoed. Dat impliceert confessionele integriteit en historische continuïteit. Drie kerken vervolgen hun weg, elk samen met de beide andere kerkgemeenschappen. Zij schrijven hun geschiedenis niet af, maar schrijven die gemeenschappelijk verder. Er is bij de vereniging geen kerk opgeheven, maar drie stromen vloeien samen in een bedding. In juridische zin is de Protestantse Kerk in Nederland de rechtsopvolger van de drie andere kerken. Met de vereniging van de drie kerken

|29|

en deze gemeenschappelijke kerkorde is het proces van Samen op Weg afgerond.

De Protestantse Kerk in Nederland bestaat uit al de gemeenten, te weten de protestantse gemeenten, de hervormde gemeenten, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse gemeenten (art. II-2).

De aard van het Samen op Weg-proces, zoals dat voorafging aan de vereniging, bracht een ongelijktijdige ontwikkeling met zich mee. Het besluit van de synoden, dat het proces gezien moest worden als een groeimodel dat vanaf het grondvlak moest doorwerken, had tot gevolg dat er samenwerkende gemeenten kwamen, maar ook gemeenten die geen toenadering zochten. Deze beleidsvisie met het accent op het plaatselijk vlak heeft doorgewerkt in de formulering van ‘de staat van hereniging’ uit 1986. Toen is vastgesteld dat deze geen verplichting tot vormen van federatieve samenwerking zou inhouden, wanneer gemeenten niet tot overeenstemming konden komen inzake beleid en belijden. Dit leidde tot de opgave wegen te zoeken die recht doen aan gemeenten die in het Samen op Wegproces alles samen doen en gemeenten die geen enkele vorm van samenwerking kennen. De eerste vertaling daarvan in de kerkorde is de formulering van vier soorten gemeenten in art. II-2. Op deze keuze voor het groeimodel ter plaatse wordt hier niet teruggekomen. Er zullen hervormde gemeenten, gereformeerde kerken en evangelisch-lutherse gemeenten blijven. Voor de vorming van protestantse gemeenten ziet men ord. 2-12 en voor de bijzondere verbondenheid met een van de traditiestromen ord. 1-1.

Dit lid geeft de eenheid van de kerk en de gemeenten aan. De kerk bestaat uit al de gemeenten. Kerk en gemeente bestaan niet zonder elkaar. Er is geen onderscheid in ‘hoger’ of ‘lager’. De kerk is geen overkoepelend orgaan en de gemeenten zijn geen onderafdeling van de kerk. Beide zijn volledige gestalten van kerk-zijn en hebben een eigen verantwoordelijkheid. De landelijke verschijningsvorm heet 'kerk' en de plaatselijke 'gemeente'. Er bestaat tussen de kerk en de gemeenten een voortdurende beweging en betrokkenheid. Over de kerk kan niet worden gesproken zonder de gemeenten en de gemeente kan niet worden geïsoleerd van de bredere verbanden. De kerk realiseert zich in de gemeenten waar mensen rond Woord en sacramenten vergaderd worden en de gemeenten zijn door de kerk verbonden met de apostolische en katholieke kerk.

Alle gemeenten behoren tot de Protestantse Kerk in Nederland. Om dit exact te verwoorden, heeft men de woorden ‘bestaat uit’ gebezigd. Daarmee wordt uitgedrukt hoe de verhouding van kerk en gemeenten wordt gezien. De kerk belichaamt de eenheid van de gemeenten.