Doedens, J.J.T.

Vrijgevochten vrouwen in Korinte?

Genre: Bladartikel

|853|

Vrijgevochten vrouwen in Korinte?

Een Copernicaanse wending in de uitleg van 1 Korintiërs 11: 2-16

 

Kromme tenen

1 Korintiërs 11:2-16 is typisch een gedeelte uit de bijbel waar je een beetje met kromme tenen naar luistert. Moeten vrouwen werkelijk een hoed op hebben? En laten ze zo zien dat ze hun man gehoorzaam zijn? Misschien zijn er mannen die denken: Fijn, Paulus zegt het maar weer eens goed, en dat moeten vrouwen zich maar eens flink aantrekken: De man is het hoofd van de vrouw! Eerlijk gezegd heb ik zo’n idee dat zulke mannen dat zogenaamde gezag vooral willen uitoefenen als hun dat goed uitkomt. Wanneer het wat minder goed uitkomt, kruipen ze achter hun krant en zijn ze opeens erg druk voor hun werk. Maar er zijn waarschijnlijk veel meer mannen, die dit gedeelte ook een beetje gegeneerd lezen. Wij zijn vandaag meer gewend om over mannen en vrouwen gelijkwaardig te denken. In het huwelijk ben je toch maatjes van elkaar? Sámen moet je toch beslissingen kunnen nemen? Dit is nu typisch een bijbelgedeelte om met kromme tenen naar te luisteren. Als je zo’n gedeelte op de catechisatie zou gaan lezen, krijg je een brede grijns van de jongens: Zie je nou wel, de bijbel zegt het toch maar! En een verontwaardigde reactie van de meisjes: Dan moeten wij zeker met hoedjes op in de kerk gaan zitten? Wil Paulus ons dat vertellen: In de kerk moet een hoed?

Veel mensen vinden daarom deze passage in de brief van Paulus echt een dieptepunt. Paulus zien ze als onderdrukker van de vrouwen. Het is dat het nu eenmaal in de bijbel staat, maar laten we er vooral niets mee doen. Anderen proberen de pil nog wat te vergulden door te zeggen dat Paulus iets bedoelt voor de situatie van toen. Vrouwen moesten in die cultuur iets op het hoofd dragen, want als je dat niet deed, dan was dat een symbool van vrijgevochtenheid. Was het onfatsoenlijk? Of was het een teken dat je je als vrouw wilde onttrekken aan het gezag van de man? Maar als je Paulus consequent volgt, dan zou een man zonder iets op z'n hoofd dan toch ook een symbool moeten zijn van je onttrekken aan het gezag van Christus? Bovendien zegt Paulus niet: Beste mensen, het is nu eenmaal fatsoenlijk of mode voor vrouwen om iets op het hoofd te dragen. Dus laten we als christenen niet op dat punt aanstoot gaan geven. Voorzover we weten, konden vrouwen in die tijd gerust met of zonder hoofddoek op straat rondlopen. Daar komt bij dat Paulus niet zegt: Het is onfatsoenlijk. Maar hij lijkt juist te verwijzen naar iets als de scheppingsorde. Hij wijst naar hoe God man en vrouw geschapen heeft. Dat is dus niet tijd- of cultuurgebonden. Maar dat moet vandaag nog net zo geldig zijn. Als Paulus dus zou zeggen (met een beroep op hoe God mannen en vrouwen geschapen heeft) dat vrouwen een sluier of een hoofddoek zouden moeten dragen, dan zullen we ons daar echt vandaag ook aan moeten houden. Waarom zou je je wel aan de bijbelse voorschriften over het huwelijk moeten houden en niet aan deze bijbelse voorschriften? Anders kunnen we wel de mond vol hebben dat wij de bijbel als Gods Woord beschouwen, maar dan doen we dat in de praktijk alleen op punten die ons goed uitkomen.

Bij een serie preken over de eerste Korintiërs-brief had ik de neiging om dit gedeelte maar over te slaan. Toch blijft zo’n passage fascineren, dus je gaat er eigenlijk tegen wil een dank een beetje op ‘kauwen’. Hoe meer je er echter over leest, hoe onbegrijpelijker deze tekst wordt. Het kristallisatiepunt kwam, toen ik een artikel vond van Laurie C. Hurshman en Christopher R. Smitch. (Headcoverings and Women’s Roles in the Church: A New Reading of 1 Corinthians 11:2-16, te vinden op www. christian-ethicstoday. com) Ik ga niet mee in heel hun uitleg, maar ze hadden toch wel een punt waaromheen mijn gedachten zich begonnen te groeperen.

 

Vrijgevochten vrouwen?

Een van de lastigste dingen bij dit gedeelte uit de brief van Paulus is dat we eigenlijk net niet genoeg achtergrondinformatie hebben. Wat bijvoorbeeld die engelen in vers 10 ermee te maken hebben, weet werkelijk niemand. Er zijn hele theorieën over bedacht, maar die zal ik nu maar even laten voor wat ze zijn. De christenen in Korinte zullen het wel begrepen hebben.

|854|

Zij hadden per slot van rekening ook een brief met allerlei vragen aan Paulus geschreven. Dus als je van die correspondentie tussen de apostel en de gemeente maar één kant van het verhaal hebt, moet je soms gaan raden naar de achtergrond. Voor ons is zo’n gedeelte daarom iets met nogal wat stippellijntjes. Een soort invuloefening.

Er is een gebruikelijke manier hoe die ontbrekende informatie ingevuld wordt. We zeggen dan: Paulus schrijft hier tegen de nogal vrijgevochten vrouwen in de gemeente van Korinte. Vrouwen die zich niet meer wilden onderwerpen aan de mannen. En als teken van hun zelfstandigheid hun hoofddoek afwierpen. Om trots te laten zien: Wij zijn van niemand meer afhankelijk. Eigenlijk een soort vroege feministen dus. En Paulus zou dan proberen die losgeslagen vrouwen weer in het gareel te krijgen. Door te zeggen dat de man het hoofd is van de vrouw. En dat een vrouw een hoofddoek moet dragen. Tussen haakjes: het gaat hier niet om hoeden. Vrouwen in die tijd droegen over hun tunica (gedragen door man en vrouw) een palla of een stola. Dat was een soort lange sjaal die je omgeslagen had. En waarmee je als het koud was ook je hoofd kon bedekken. Maar hoe dan ook, in de gebruikelijke manier van luisteren naar dit hoofdstuk is de wijzende vinger van Paulus gericht op de — zeg maar — Dolle Mina’s van toen.

Maar als we even serieus gaan kijken naar wat Paulus zegt, dan beginnen er steeds meer dingen niet te kloppen. Eerst maar even dat weerbarstige vers 10: Daarom moet een vrouw een macht op het hoofd hebben — vanwege de engelen. Zoals gezegd, weet eigenlijk niemand waarom Paulus hier de engelen noemt, dus dat laat ik ook maar even rusten, ook al had ik graag een goede uitleg gevonden. Wie weet komt dat ooit nog. Maar waar het me nu om gaat is: Wat zou het moeten betekenen als de vrouw ‘een macht op het hoofd’ heeft? Wat moet ze dan dragen? Hoe ziet dat er dan uit? Om er uit te komen vertaalt ‘Het Boek’ nogal uitleggend: Daarom moet een vrouw als teken dat zij zich aan haar man onderwerpt, haar hoofd bedekken. En dat is nu net wat Paulus juist niet zegt. De Nieuwe Bijbel Vertaling vertaalt precies wat Paulus schrijft: Daarom zou een vrouw zeggenschap over haar hoofd moeten hebben. Dus Paulus zegt, even in wat gewoner Nederlands: Een vrouw zou vrij moeten zijn om over haar eigen hoofd te beschikken — ze mag kiezen.

Maar dat is tegelijk iets dat we helemaal niet verwacht hadden. Na het voorgaande over de man als hoofd van de vrouw en de vrouw die een hoofddoek zou moeten dragen, verwachtte je dat Paulus zou schrijven: Daarom zou een vrouw geen zeggenschap over haar hoofd moeten hebben. Of: Daarom moet een vrouw een hoofddoek dragen. Maar Paulus zegt precies het omgekeerde. Eerst lijkt hij te zeggen dat die zogenaamd vrijgevochten vrouwen een hoofddoek moesten dragen. En dan zegt hij opeens dat ze het zelf mogen weten. Dat ze er vrij in zijn. Daar zegt hij dan ook nog bij dat het in de verbondenheid aan de Here Jezus helemaal niet uitmaakt of je vrouw of man bent. Hoezo? Had Paulus niet eerst gezegd dat Christus het hoofd van de man is en het hoofd van de vrouw de man? Dan zou het toch wél uitmaken? Daarna zegt Paulus (vs. 15) er óók nog bij dat een vrouw eigenlijk van nature al een prachtige hoofdbedekking heeft in haar vrouwelijke haardracht. Het haar dat haar gegeven is om als een hoofdbedekking te dragen. Als dat zo is, dat het haar van een vrouw al een hoofdbedekking is, waarom dan ook nog een stola of een hoofddoek om je haar doen? Met andere woorden — het verhaal klopt niet. Je krijgt de losse puzzelstukjes niet aan elkaar. Wat Paulus eerst schrijft, lijkt precies het tegenovergestelde van wat hij daarna schrijft. Je kunt niet tegelijk schrijven dat vrouwen hun hoofd moeten bedekken en dat ze hun hoofd niet hoeven bedekken omdat ze het zelf mogen weten. Net zoals je niet tegelijk kunt zeggen dat je voor een rood verkeerslicht moet stoppen, maar dat je het ook zelf mag weten als je liever wilt doorrijden.

Het plaatje van Paulus als vrouwenhater past dus ook niet. Blijkbaar ligt het allemaal wat ingewikkelder dan we op het eerste gezicht dachten. In ieder geval weten we nu dat als je uitgaat van hele of halve feministen in Korinte, Paulus’ reactie nogal vreemd is. Nu is dat verhaal over vrijgevochten vrouwen ook maar erbij bedacht. Het is ónze reconstructie van de achtergrond waartegen Paulus schrijft. Past het niet, dan zullen we die achtergrondtekening misschien eens even moeten uitgummen.

 

Op de kop

Daarom ga ik het verhaal achter het verhaal van Paulus omdraaien. Er is ook een andere achtergrondtekening mogelijk. Die achtergrond is trouwens evenmin voor honderd procent te bewijzen. Er vallen alleen wat meer stukjes op z’n plaats. En dat lijkt me in ieder geval winst.

Laten we eens eerlijk kijken: Waar in de geschiedenis van de kerk heb je ooit van die vrijgevochten vrouwen gezien? Vrouwen die riepen dat het hen allemaal niets meer kon schelen. En dat zij nu eindelijk eens de baas wilden zijn? Voor zover ik weet, zijn we in de kerk nooit dat soort vrouwen tegengekomen. Als je ze al ergens wilde tegenkomen, dan zou onze tijd een goede kans maken. Maar zelfs in de moderne tijd is 99% van de christenvrouwen helemaal niet zo. De meeste christenvrouwen zijn tamelijk dappere en sterke vrouwen. Die — soms op de achtergrond — rustig hun gang gaan. Helpen waar ze kunnen helpen. Aandacht geven waar ze dat kunnen. Hun mannen met wijsheid bijsturen. Voor zover ik zie, zijn

|855|

vrouwen in de kerk altijd nogal nuchter geweest. Terwijl de mannen in de kerk nogal gewichtig deden — alsof zij de kerk moesten redden en dat soort dingen — is misschien de werkelijke ruggengraat van de kerk gevormd door vrouwen. Die thuis hun kinderen opvoedden in een leven voor hun Heer. Die als nonnen in kloosters de scherven lijmden van de brokken die mannen maakten. Die hun gezinnen draaiend moesten houden als mannen op huisbezoek moesten en wat niet al. Eerlijk gezegd, zo’n verhaal over de vrouwen in Korinte wil er bij mij bij voorbaat al niet echt in. Daarmee wil ik niet zeggen dat vrouwen halve heiligen zijn. Ook zij hebben hun typische gebreken en zonden. Niet voor niets waarschuwt Paulus (mannen en vrouwen!) ook voor oudewijvenpraat en geroddel in de kerk. Maar juist allerlei revolutionair denken en doen — dat zie ik in de kerk bij vrouwen niet zo snel. Laten we het plaatje van Korinte daarom maar eens omdraaien.

Stel nu eens even dat het niet de vrouwen waren die zo vrijgevochten waren dat ze hun hoofddoeken afgooiden. Stel dat het juist de mannen waren die vrouwen in de gemeente dwongen om geen hoofddoek meer te dragen. Misschien past dat eigenlijk ook wel meer bij mannen.
Het dragen van een hoofddoek paste bij de Joodse gewoonte. Joodse mannen gaan alleen maar bidden met een bedekking op het hoofd. Vandaar ook dat ze gebedsmantels hebben: die slaan ze over hun hoofd als ze gaan bidden. Je kunt je voorstellen dat ze daar nog een mooi principieel verhaal bij verteld hebben. Maar stel nu dat er in de gemeente een groep was die alle nadruk legde op een nieuwe situatie, die de vrouwen dwongen om hun hoofddoek af te leggen bij het bidden en profeteren in de gemeente. Als je als vrouw gewend was om geen hoofddoek te dragen, had je dan geen probleem. Maar er zullen ook vrouwen geweest zijn, die het fijn vonden om een hoofddoek te dragen. Je zult maar een Joodse vrouw zijn die christen geworden is. Terwijl je Joodse man dat nog niet is. Getrouwde Joodse vrouwen moesten waarschijnlijk buitenshuis altijd een hoofddoek dragen. Als je als christenvrouw gedwongen werd om je sluier of hoofddoek af te leggen, dan liep je het risico van een echtscheiding als je getrouwd was met een Joodse man! Stel nu eens dat het in Korinte geen vrijgevochten vrouwen waren aan wie Paulus schrijft, maar dwingende mannen!
En nu we toch eens precies van de andere kant tegen dit gedeelte van Paulus aankijken, slaan we ook nog even de Statenvertaling op. In vs. 2 schrijft Paulus: Ik prijs u, broeders. Speciaal de broeders in de gemeente worden aangesproken. Als het werkelijk de zusters waren die zoveel problemen veroorzaakten, zou Paulus ze dan niet rechtstreeks hebben durven aanspreken?

 

Puzzelstukjes

Het lijkt me tijd om de puzzelstukjes nu maar eens op hun plaats te laten vallen. Als niet de vrouwen hun hoofddoek afwilden doen, maar juist graag óp wilden houden, maar er waren mensen die dat niet goed vonden, dan komt Paulus met een heel wijs antwoord. Paulus laat zien dat mannen en vrouwen door God verschillend gemaakt zijn. Mannen zijn niet zomaar de baas of zo. Ze hebben een hoofd. Ze hebben iemand aan Wie ze verbonden zijn. Die de oorsprong van hun leven is: Jezus Christus. Daar krijgen mannen in ieder geval een les. Zoals Christus zich helemaal gaf voor hen, zó moeten zij zich ook helemaal geven voor hun vrouw! Dus niet haar commanderen of dwingen iets te doen wat niet goed is. Maar juist in alle fijngevoeligheid met haar omgaan. Want de man is het hoofd van zijn vrouw. Nogmaals: niet de baas. Maar degene die in liefde voorop moet gaan. Eerlijk gezegd: dat is sinds Adam en Eva van de verboden boom aten al een probleem geweest. Dat de man niet in liefde voorop ging in verbondenheid aan God. Maar dat hij zijn mond hield en zweeg. Gewoon maar achter Eva aanging. Hij liet haar voorop gaan. Zo verbindt Paulus eerst mannen en vrouwen samen aan Christus, hun Heer.

Daarna zegt hij dat het door vrouwen als een schande gevoeld kan worden als ze zonder hoofdbedekking in de gemeente bidden of profeteren. Als het klopt dat vrouwen gedwongen werden om hun hoofddoek af te leggen, snap je ook waarom Paulus zo reageert. In feite zegt hij dan: Voor een vrouw kan dat ook het gevoel geven dat ze kaal is. Als ze geen hoofddoek draagt, dan geeft dat voor haar het effect alsof haar haar afgeknipt of geschoren is. Daarom: als het voor een vrouw een schande is om kaal te zijn, moet ze haar hoofd mogen bedekken. (vs. 6) Dan hoeft een man zijn hoofd niet te bedekken. Hij is het beeld en de heerlijkheid van God. En dat bedoelt Paulus hier dan niet in de zin dat een vrouw niet het beeld van God is. Dat weet hij uit Genesis 1 wel beter! Maar het gaat hem erom dat geen mens zich voor het aangezicht van God hoeft te schamen. Een vrouw is de heerlijkheid van haar man. Zo is dat nu eenmaal. Als je getrouwd bent, dan vind je als man je vrouw mooi. Zij is jouw glorie, je bent blij met haar. Maar als je als vrouw gewend bent om in het openbaar een hoofddoek te dragen, dan voelt het niet fijn om die af te moeten leggen. Alsof je je man te schande maakt. Dat is misschien wat moeilijker na te voelen voor ons, maar dat werkt natuurlijk wel zo als je daarmee opgegroeid bent. Denk alleen maar even aan de discussie over de hoofddoek van moslimvrouwen in het Europa van vandaag. Je geeft dan als vrouw iets bloot wat je normaal alleen maar aan je man liet zien. Dan voel je je te kijk staan. Dat heeft natuurlijk alles te maken met cultuur en gewoonten. Maar Paulus wil daar kennelijk rekening mee houden.

|856|

En daarom zegt hij als conclusie in vers 10: Een vrouw zou zeggenschap over haar eigen hoofd moeten hebben.
Met andere woorden: Wie als vrouw graag de stola om het hoofd slaat in de eredienst, die moet daar vrij in mogen zijn. En andersom natuurlijk ook — ben je gewend om geen hoofdbedekking te dragen, dan is dat ook niet verboden. Een vrouw zou zeggenschap moeten hebben over haar eigen hoofd.

Om zijn argument nog extra kracht bij te zetten wijst Paulus behalve naar het scheppingsverhaal uit Genesis 2 ook nog naar wat mensen als normaal ervaren. Ze moeten zelf maar eens beoordelen of het passend is voor een vrouw om zonder bedekking op het hoofd te bidden tot God. Paulus zegt: Kijk maar eens goed rond. Hoe zien mannen en vrouwen er uit? Mannen hebben (tenminste in die tijd van het Romeinse rijk) kortgeknipt haar. Dat is natuurlijk niet altijd en overal zo geweest. Geen kunstenaar die de Here Jezus durft af te beelden met kortgeknipt haar! Maar in Korinte zal dat wel gewoon geweest zijn. En vrouwen hebben juist langer haar dan mannen. Welnu, zegt Paulus, dat lange haar is aan een vrouw gegeven als een soort natuurlijke bedekking, (vs. 15) Ook van nature hebben vrouwen dus al een soort omsluiering van het hoofd door hun langere haar. Als dat zo is, waarom zou je dan vrouwen dwingen om hun hoofddoek af te leggen? De natuur leert je dat een hoofdbedekking heel mooi past bij vrouwen. Hoe haal je het in je hoofd om vrouwen dat af te willen nemen. Mogen ze dat niet meer zelf weten? Een vrouw zou zeggenschap moeten hebben over haar eigen hoofd.

En als je dan toch je gelijk wilt halen, zegt Paulus erbij, wij hebben die gewoonte niet en de andere kerken ook niet. Welke gewoonte? Dat zegt Paulus niet. Maar als we er nog even vanuit blijven gaan dat in Korinte de vrouwen onder druk gezet werden om hun hoofddoek juist af te leggen terwijl ze dat niet wilden, wordt helder wat Paulus aan het eind bedoelt. Nergens in de kerk worden vrouwen gedwongen om hun hoofddoek af te leggen. En trouwens ook niet om er een op te doen.

Stel dat dit achtergrondverhaal bij het schrijven van Paulus ongeveer klopt. Dan vallen er meer puzzelstukjes behoorlijk op hun plaats. Dan is Paulus in ieder geval niet de vrouwenhater waar hij zo vaak voor uitgemaakt is. Maar dan gaat Paulus juist heel fijngevoelig met vrouwen om! Hij beseft dat een vrouw zich kaal en bloot kan voelen als ze niet zoals ze gewoon is een hoofddoek mag dragen. Nu, dat mag ze dan ook rustig doen. Het past heel mooi bij haar. En bij haar haar. Maar hoe dan ook, als je dat niet gewend was als vrouw, dan hoeft het natuurlijk ook niet. Vandaar die zeggenschap over haar eigen hoofd.
Geen opgelegde mode of gedwongen ontkleding dus in de kerk!

 

Samen verbonden in de Heer

Wat je hier nu allemaal aan hebt? In ieder geval hoef je dus niet als vrouw met een hoed op naar de kerk. Het lijkt me dat de apostel hier net als op veel andere plaatsen een prachtig voorbeeld laat zien van wat vrijheid in Christus betekent. Paulus kiest geen partij voor de één of de ander. Hij verbindt de één en de ander samen aan de Heer van de kerk. Mannen en vrouwen die elk op hun eigen plaats en met hun eigen kwaliteiten Jezus Christus mogen volgen.
Voorbeelden zijn om er van te leren. Wij hebben net als de Korintiërs nogal eens de neiging om naar allerlei problemen in de kerk met oogkleppen te kijken. Paulus laat je verder kijken dan het eigen gelijk. Ook verder dan je eigen principiële verhaal. Hij verbindt je eerst aan Jezus Christus. En daarmee aan de Schepper zelf. Daarmee kom je in een enorme ruimte te staan. Krijg je veel meer overzicht. Dat alleen al is rustgevend. Het haalt de gejaagdheid uit alle problematiek. En het houdt de koers er ook in. Alle rondtollende kompasnaalden raken weer gericht op Christus. Samen met Christus’ kerk van alle tijden en alle plaatsen. Als je je zó laat verbinden aan je Heer in de hemel, dan komt er een massa energie vrij om werkelijk met en voor Hem te leven. En hoef je niet onder te gaan in allerlei geschillen. Die op de keper beschouwd helemaal niet zo belangrijk zijn. Want of je nu man bent of vrouw bent in de kerk: alles is uit God. Vind in Hem je houvast, het ging toch allemaal om Hem?