|37|

Hoofdstuk 4.

De zittingen te Wassenaar.

 

Huize Blankenburgh en Wassenaar.

Na de plechtige openingszitting te Amsterdam en de daarop volgende vergadering ter afdoening der spoedzaken op 1 November 1945, is de Generale Synode verdaagd. Opdat het moderamen de gelegenheid zou hebben de volgende zitting rustig voor te bereiden. Opdat ook de afgevaardigden zelf de agenda vroegtijdig zouden kunnen bestudeeren. Maar ieder wist reeds dat er zoo spoedig mogelijk een nieuwe zitting zou worden gehouden.

Deze is van 11 tot en met 14 December aan de orde geweest te Wassenaar, op Huize Blankenburgh. Ook hier stonden onze voeten op historischen bodem. Huize Blankenburgh is immers de plaats waar van 1871-1876 Mr. G. Groen van Prinsterer heeft gewoond. Dien wij mogen eeren als den grooten strijder voor de belijdenis van het Evangelie in de 19de eeuw. Al ontvingen zijn beginselen helaas in de handen van zijn opvolger Kuyper een steeds sterker separatistischen vorm.

Tegenwoordig is Blankenburgh eigendom der familie Loudon. Daar deze familie momenteel buitenslands vertoeft kregen de heer en mevrouw de Blécourt tijdelijk de beschikking over dit fraaie buiten om er conferenties en samenkomsten in Christelijken geest te organiseeren. Van deze plannen vervuld ontmoetten zij Ds. Gravemeyer, die in of om den Haag een geschikte plaats zocht voor het bijeenkomen der volgende Generale Synode. Hoewel Blankenburgh deerlijk uitgewoond was door de soldaten van vriend en vijand, lukte het toch om alles begin December voor elkaar te hebben. In de groote hall kon de Synode vergaderen. Voor eetzaal, rooksalon, bureau, commissiekamer waren vertrekken beschikbaar. Een gedeelte der afgevaardigden kon zelfs blijven logeeren; de overigen waren ondergebracht bij belangstellende families in Wassenaar of hadden zelf voor logies gezorgd.

Het samenzijn op Huize Blankenburgh had groote voordeelen. Allereerst al dat er doorgewerkt kon worden. De vergadering duurde tot de soep was opgediend. Het tijdverlies bleef tot minuten beperkt. Een groep Wassenaarsche dames, onder leiding van de predikantsvrouw, Mevrouw ten Kate, stond de chatelaine terzijde bij haar taak. De „service” was voortreffelijk; de afgevaardigden behoefden maar

|38|

te kikken om hun wenschen vervuld te zien. Ook koffie en thee werden tijdens de vergaderingen geserveerd, zoodat de tien minuten, die zoo licht tot een klein halfuurtje worden, konden worden uitgespaard.

En dat was noodig. Overvol was immers de agenda. Ruim 50 punten wachtten op afhandeling. De zittingen begonnen iederen morgen een half uur vroeger en eindigden iederen avond een uur later. De pauzes rondom de maaltijden werden steeds korter, ’s Morgens, ’s middags, ’s avonds werd gewerkt. Voor de rapporteerende commissies bleef alleen de nacht ter beschikking. In één geval moest zelfs tot half zes des morgens worden doorgewerkt; met diepen eerbied voor deze prestatie waren alle afgevaardigden dan ook vervuld. Het viel niet mee om dit hooge tempo vol te houden; toch werd het gaarne aanvaard, omdat allen gegrepen waren door het besef dat her ging om„de zaak des Konings, die haast heeft”.

Nog een tweede voordeel was opgesloten in de voortdurende samenleving op Huize Blankenburgh. Ieder, die wel eens een meerdaagsche conferentie heeft meegemaakt, heeft ervaren hoe er na eenigen tijd een sterk gemeenschapsbesef ontstond. Hoe de conferentie haar vormen ging vinden en zich thuis ging voelen. Het spreekt vanzelf dat deze sfeer zeer bevorderlijk was voor den arbeid der Synode. Alles „liep” veel gemakkelijker.

Het was ook goed om den dag te beginnen met een gezamenlijke morgenwijding en te eindigen met een avondsluiting. Heel eenvoudig, Schriftlezing, gebed en lied, maar net genoeg om ons telkens weer voor Gods aangezicht te brengen. Juist de groote taak, die ons was toevertrouwd maakte deze oogenblikken van ootmoed en kleinheid bijzonder waardevol. Als Prof. de Vrijer ons Ezechiël 34 naderbij bracht, of als we samen de verschillende verzen van den morgenzang zongen of het oude verhaal van den herbouw van Jeruzalems muren uit Nehemia 4 beluisterden, om maar een enkel voorbeeld te noemen, viel Bijbelsch licht over onzen arbeid. Prof. de Vrijer, Ds. Woelderink, Ds. Beens, Ds. Gravemeijer, Ds. Karres, Dr. Emmen, en Dr. Sevenster zijn ons hierin voorgegaan. Terwijl Ds. Zeydner zijn liturgisch hart geweld aangedaan zou hebben, als hij in dezen Adventstijd niet met den lofzang van Zacharias gesloten had.

De gemeenschap, die in dit alles al merkbaar werd, vond haar diepste uitdrukking in de gezamenlijke Avondmaalsviering in het midden van en tezamen met de Wassenaarsche gemeente op Dinsdagavond. Moge de verkondiging van het Evangelie ons misschien persoonlijk meer stichten, bij de viering van het H. Avondmaal des Heeren komt de eenheid der gemeente vooral naar voren. Daar wordt het duidelijk dat alleen Jezus Christus in het middelpunt staat en alle

|39|

menschengrootheid wegvalt. Zoo gezien was deze Avondmaalsviering een schoon zinnebeeld van groote veelzeggendheid. Temeer waar de viering niet op Blankenburgh, maar midden in en tezamen met de Wassenaarsche gemeente plaats vond. De Synode zoo dicht mogelijk bij de gemeente, niet er hoog boven verheven in verre onaantastbaarheid; en dan tezamen met die gemeente vereenigd rondom het verbroken lichaam en het vergoten bloed van onzen Heiland in de teekenen en zegelen van brood en wijn... Wie had vijf jaar geleden geloofd dat dat in de Ned. Herv. Kerk waarheid en werkelijkheid zou kunnen zijn? En toch was het zoo, soli Deo gloria!

Voor de belangstellenden vermelden we nog dat de dienst geleid werd door Ds. ten Kate van Wassenaar, dat het formulier werd onderbroken door toepasselijke gezangen en dat de viering verliep volgens den Frieschen ritus. Daar bestaat immers het gebruik dat het grootste deel van de gemeente in de banken blijft zitten en de schalen en bekers worden doorgegeven door de ouderlingen, de geheele Kerk door. Al meen ik me te herinneren dat in Friesland toch wel de eerste tafel werkelijk als tafel is ingericht en de gemeente, voorzoover er plaats is, daaraan ook plaats neemt. Waarschijnlijk uit doelmatigheidsoverwegingen gebeurde dit hier niet. Op zichzelf een kleinigheid, al kan zoo de gedachte post vatten dat de Avondmaalstafel tot altaar gaat worden, wat hier echter zeker de bedoeling niet was.1) Voorzoover bekend namen alle Synodeleden aan de viering deel, één slechts was door ongesteldheid verhinderd.


1) Bij de Avondmaalsviering op 5 Maart 1946, voorafgaande aan de Maart-synode, in de Kievitskerk te Wassenaar, had de Kerkeraad aan de tafel plaats genomen, zoodat deze werkelijk tafel was.

|40|

|41|