|5|

 

§ 1. Inleiding.

In Februari 1942 benoemde de Algemeene Synode der Ned. Hervormde Kerk, als subcommissie van de werkgroep Gemeenteopbouw, een commissie voor „beginselen van kerkorde”: daarin hadden bij het einde van haar werkzaamheid in het voorjaar van 1944 zitting de heeren: prof. mr. P. Scholten, voorzitter, prof. dr. S.F.H.J. Berkelbach van der Sprenkel, dr. E. Emmen, ds. K.H.E. Gravemeyer, ds. A.A. van Ruler, prof. dr. J. Severijn, dr. H. de Vos en dr. H.M.J. Wagenaar, secretaris. Zooals al dadelijk in het oog valt zijn in deze commissie alle richtingen onzer Kerk vertegenwoordigd. Toch is zij er in kunnen slagen met e.en eenstemmig voorstel te komen. En dat niet alleen: toen zij met haar arbeid gereed was, heeft zij, voor zij haar voorstel bij de Synode wilde indienen, eerst overleg gepleegd met een groep vooraanstaande figuren in het leven onzer Kerk, opnieuw uit alle richtingen: ds. K.A. Beversluis, ds. J. Boonstra, prof. dr. Th.L. Haitjema, dr. G.P. van Itterzon, ds. J.C.W. Kruishoop, prof. dr. G. van der Leeuw, prof. dr. M. van Rhijn, prof. dr. C.G. Wagenaar en ds. J.G. Woelderink. Voor wie geen vreemde is in het Jeruzalem onzer Kerk toch waarlijk niet de eersten de besten. Ook deze groep heeft zich eenstemmig achter het ontwerp kunnen stellen.

In een buitengewone vergadering der Algemeene Synode, gehouden van 24-26 April 1944, is het voorstel der commissie voor de eerste maal bij de Synode in bespreking geweest. Reeds uit het Bijbelgedeelte, waarmede ds. P. de Bruijn, de president der Synode, deze vergadering opende, Psalm 126 — Als de Heere de gevangenen Zions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die droomen.... — kan blijken, met welke gevoelens het voorstel in de Synode ontvangen werd. Na een driedaagsche bespreking, werd tenslotte met algemeene stemmen besloten het ontwerp aan de consideratiën der Kerk te onderwerpen 1).

Ter voorbereiding daarvan werden op 24 Mei buitengewone Classicale


1) Deze gegevens zijn ontleend aan de Handelingen dezer Synode, die aan de Synodale Gedelegeerden in de Classicale Vergaderingen zijn toegezonden.

|6|

Vergaderingen uitgeschreven, waar twee gedelegeerden der Synode, in eenige voorvergaderingen in het begin van Mei te Meppel, den Haag en Arnhem gehouden, daartoe voorbereid, inhoud en strekking der voorstellen zouden uiteenzetten. Voor deze Classicale Vergaderingen waren naast de predikanten alle ouderlingen en diakenen uitgenoodigd, bovendien stond de deur ditmaal ook open voor de Kerkvoogden. Kort was immers de tijd van voorbereiding, beperkt de publicatiemogelijkheid; op deze wijze kon daaraan zoo goed mogelijk worden tegemoet gekomen.

Op 28 Juni volgden toen de gewone Classicale Vergaderingen. Dank zij de gehouden buitengewone vóórvergaderingen kon de behandeling daar een zeer vlot verloop hebben. Met overgroote meerderheid heeft de Kerk zich daar voor aanneming dezer voorstellen uitgesproken, zij het dan ook dat er hier en daar niet onbelangrijke amendementen werden ingediend. Maar duidelijk bleek dat de Kerk in breeden zin achter dit voorstel stond.

Met spanning werd toen de tweede behandeling der Synode afgewacht. Eind Juli heeft deze plaats gehad. Op 29 Juli bereikte de Kerkeraden het verblijdend bericht, dat de Synode ook in tweede lezing met algemeene stemmen, het voorstel aanvaarden kon, na eenige wijzigingen te hebben aangebracht, op grond van de ingediende consideraties der Kerk. Voor de Commissie, die dit alles heeft voorbereid, een reden tot groote voldoening.

Het laatste woord was aan de leden der Provinciale Kerkbesturen en der Waalsche Commissie, die over elke wijziging in de reglementen onzer Kerk de eindstemming hadden. Daar het wijzigingen in het algemeen reglement betrof, moesten zij met een meerderheid van twee-derde der hoofdelijk uitgebrachte stemmen hun instemming betuigen. Met spanning, maar toch niet zonder goed vertrouwen, wachtte de geheele Kerk op hun beslissing. In November 1944 zou deze vallen. De oorlogsomstandigheden maakten het samenkomen dezer Colleges toen onmogelijk. Gewacht moest worden tot de communicatiemogelijkheden weer eenigermate normaal zouden zijn geworden. Bovendien moest elke schijn worden vermeden dat hier ,,oorlogswinst” werd nagestreefd: een geforceerde beslissing in abnormale omstandigheden. Tot eind Juli 1945 bleef het ontwerp daarom rusten. Toen verzocht „den Haag” aan de P.K.’s en de Walen hun stem te willen uitbrengen. Op 3 Augustus kon door pers en radio aan kerk en volk worden medegedeeld dat met een meerderheid van 62 tegen 2 stemmen besloten was, dat de Nederlandsch Hervormde Kerk, als in haar bloeitijd, weer bijeen zou komen in Generale Synode.