II. Bijzondere bepalingen.

Hoofdstuk III.

Het Kerkelijk Bestuur over al de Gemeenten te zamen.

Eerste afdeeling.

De Synode.

De Synode kiest zich uit de predikanten der Nederlandsche Hervormde Kerk haren vasten secretaris, die met der woon gevestigd zal zijn te ’s Gravenhage of in den omtrek. Zijn secundus wordt benoemd voor drie jaren. Deze zal, bij aftreden van den secretaris, diens werkzaamheden waarnemen, tot dat een nieuwe secretaris, door de eerstvolgende Synode te benoemen, zijne betrekking zal hebben aanvaard.
Nopens het regt, den pligt, de toelaag en het ontslag van den secretaris zal door de Synode bij bijzondere overeenkomst en instructie nadere bepaling worden gemaakt, waarvan afschrift aan den secundus zal worden overgelegd.
Ook benoemt zij, bij voorkeur uit de leden der kerkgemeente te Amsterdam, eenen quaestor met zijnen secundus, voor onbepaalden tijd. Over hunne continuatie zal de Synode jaarlijks haar goedachten uitspreken. Hunne regten en pligten worden in eene bijzondere instructie omschreven.