II. Bijzondere bepalingen.

Hoofdstuk I.

Het Kerkelijk Bestuur in de enkele Gemeenten en de Ringen.

Eerste afdeeling.

De Kerkeraden.

Het regt tot benoeming van ouderlingen en diakenen, en tot beroeping van predikanten, berust bij de gemeente.
Deze zal, behoudens de verkregen regten van derden, dit òf zelve uitoefenen, òf door hen, die zij daartoe bepaaldelijk magtigt, doen uitoefenen, naar gelang zulks, in de nader te maken bijzondere reglementen op de Kerkeraden en de predikants-beroeping, zal worden vastgesteld.
Tot dat daarin zal zijn voorzien, blijven de bestaande bepalingen van kracht en toepassing.