III. De tucht

Voortgaande tucht

Wie geen blijk geeft van berouw en de vermaningen van de kerkeraad verwerpt, zal van het avondmaal des Heren worden afgehouden. Indien na herhaalde vermaning geen bekering volgt, zal tot het laatste redmiddel, nl. de afsnijding, worden overgegaan, met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier.