Artikel 24

Verzoek om studiedeputaatschap kerkelijke vergaderingen
(agenda 3.3)

06-09-02

Commissie: deputaatschap Kerkrecht en kerkorde

Materiaal:

brief van de Particuliere Synode Drenthe d.d. 31 mei 2001 met het verzoek aan de Generale Synode Zuidhorn 2002 om een studiedeputaatschap in te stellen, dat een antwoord tracht te formuleren op de volgende vragen:
A Principieel:
• Wat zijn de hoofdtaken van de kerkelijke vergaderingen en hoe verhouden deze zich tot elkaar? (te denken valt aan: bezinning en beleidsvorming; en rechtspraak).
• In hoeverre is het wenselijk dat op kerkelijke vergaderingen de essentiële zaken zoals de confessie, prediking, pastoraat en catechese meer aandacht ontvangen dan nu het geval is?
• Op welke wijze kan dit gerealiseerd worden?
• Hoe kan hierbij voorkomen worden dat de zelfstandigheid van de plaatselijke kerken in gedrang komt?
B Praktisch:
• Is de huidige vergaderstructuur, de weg om tot besluiten te komen en de frequentie van vergaderen voldoende toegesneden op de vragen en de behoeften van deze tijd?
• Is het wenselijk om van vier naar drie kerkelijke vergaderingen terug te gaan, door bijvoorbeeld geen particuliere synoden meer te houden?
• Zijn er andere mogelijkheden om als kerken frequenter contact met elkaar te hebben? Worden door frequenter te vergaderen de lijnen naar de plaatselijke kerken echt korter?
• Welke invloed heeft frequenter vergaderen op de (inmiddels vele) deputaatschappen in onze kerkelijke structuur?
• Hoe kan een grotere betrokkenheid van ambtsdragers bij, en een meer representatieve vertegenwoordiging van de ouderlingen in met name de generale synoden bereikt worden?

Besluit:

aan het verzoek in zoverre te voldoen dat de synode deze brief in handen stelt van deputaten Kerkrecht en kerkorde.

Grond:

hoewel een deel van de vragen die de particuliere synode Drenthe stelt in de mindere vergadering kan worden afgehandeld, bijvoorbeeld door zich in classicaal verband te bezinnen en maatregelen te nemen ter oplossing van gesignaleerde knelpunten, stelt de particuliere synode Drenthe ook zaken aan de orde die van belang zijn bij de aan deputaten opgedragen bezinning op de herziening van de kerkorde.

Aanwezig zijn als deputaten mr. F.T. Oldenhuis, ds. H. Pathuis, ds. J.B. de Rijke en prof. dr. M. te Velde.
Het punt is aan de orde gesteld door de particuliere synode Drenthe. Deputaten stellen voor om niet te voldoen aan het verzoek om een deputaatschap in te stellen, omdat het voorstel van Drenthe onvoldoende concreet hanteerbaar is voorbereid en een deel van de vragen in de mindere vergadering kan worden afgehandeld. Het deputatenvoorstel wordt bij de stemming verworpen met 6 stemmen voor.
Een voorstel om het verzoek van Drenthe in handen te geven van deputaten kerkrecht en kerkorde wordt aangenomen met 2 stemmen tegen. De afgevaardigde ds. Pathuis blijft als deputaat buiten stemming.