Herziening van de kerkorde. Slotconclusies

Art. 475. De praeses geeft thans in bespreking de slotconclusies, die in het rapport van commissie II, rapporteur ds M. Kamper, sub D „Slotgedeelte en conclusies” worden voorgesteld (zie bijlage LXXVIII b).

Ouderling T. Spaan stelt een kleine aanvulling voor in conclusie 6, waartegen de commissie geen bezwaar blijkt te hebben. Verder wordt gevraagd of het wel mogelijk is de herziene kerkorde met ingang van 1 januari 1959 van kracht te doen worden, terwijl vermoedelijk de taalkundige revisie en de vaststelling van de eindredactie niet tijdig vóór genoemde datum gereed zullen zijn. In verband hiermee besluit de synode wèl voor het geldig worden van de herziene kerkorde aan de datum van 1 januari 1959 vast te houden en daartoe omstreeks oktober 1958 een exemplaar van de kerkorde, zoals deze in de acta zal worden opgenomen, aan alle kerken toe te zenden, maar daarbij uitdrukkelijk mee te delen, dat de tekst der artikelen nog een taalkundige revisie zal moeten ondergaan, en de definitieve vaststelling van de eindredactie derhalve pas later zal kunnen geschieden.

Thans komen de voorgestelde conclusies stuk voor stuk in behandeling.

Hetgeen is geplaatst onder „kennis genomen hebbende” en „overwegende” wordt met een kleine aanvulling goedgekeurd.

Ten aanzien van wat staat onder „besluit” wordt besloten de punten 1 en 2 te aanvaarden, punt 3 te laten vervallen, de punten 4, 5 en 6 (met de in 6 aangebrachte aanvulling) aan te nemen, en punt 7 goed te keuren. Over punt 8 ontstaat enige discussie. De synode blijkt van oordeel te zijn, dat in 8a inplaats van „niet meer gebruikt zullen worden de naamsvalsuitgangen” moet gelezen worden „met de nieuwe spelling rekening zal worden gehouden”. Verder wordt bij 8b, sub bb de vraag besproken of de deputaten, alleen in gevallen waarin zij het nodig achten, zich met deskundigen in verbinding zullen stellen, dan wel of ze heel de kerkorde aan het oordeel van deskundigen zullen moeten onderwerpen. De synode kiest voor het eerste en besluit daarom op voorstel van ouderling J. Scholten in 8b, sub bb de woorden „zo nodig” in te voegen. Overigens blijkt de vergadering tegen hetgeen onder 8b is voorgesteld geen bezwaren te hebben, terwijl daarna ook de punten 9, 10 en 11 worden aanvaard, met dien verstande, dat wegens het vervallen van punt 8, vanaf punt 4 de nummering zal worden gewijzigd.

Tenslotte wordt nog besloten met de toezending van de kerkorde aan de kerken bedoeld in artikel 252 B 2e van de acta van de synode van Rotterdam 1952/53 (zie besluit sub 10 (oud 11)) te wachten totdat de eindredactie definitief zal zijn vastgesteld.

Alvorens tot de eindstemming wordt overgegaan vraagt en verkrijgt ds J. van Herksen van de praeses verlof de volgende verklaring af te leggen, waarvan de vergadering goedkeurt, dat ze zal worden opgenomen in de acta: ,,Ds J. van Herksen, hoewel zijn stem gevend aan het geheel der herziene kerkorde, omdat hij deze in geest en hoofdzaak, in opzet en bedoeling in overeenstemming acht met de beginselen, die aan de D.K.O. ten grondslag liggen, voelt zich toch gedrongen uit te spreken, dat hij zijn bezwaren, welke hij in de vorm van onderscheidene amendementen tegen de formulering van bepaalde artikelen naar voren bracht, met name tegen de nu voorgeslagen formulering van artikel 45 en die van artikel 121, behoudt en verzoekt hiervan aantekening in de acta.”

Hierna wordt over de herziene kerkorde de eindstemming gehouden waarbij deze met algemene stemmen van alle leden en praeadviserende leden der synode wordt aanvaard.

De praeses spreekt zijn grote blijdschap en dankbaarheid erover uit, dat na een arbeid van 9 jaar dit resultaat mocht worden bereikt. Hij herinnert eraan, dat de herziening van de kerkorde noodzakelijk werd in verband met de voortgaande ontwikkeling van het kerkelijk leven, doch stelt daarbij met nadruk vast, dat de beginselen, die aan de kerkorde ten grondslag liggen en waarvan in het verleden de grote kracht gebleken is, dezelfde zijn gebleven. Door de deputaten en de leden van de synodale commissie is aan het grote werk, dat nu vrijwel gereed gekomen is, enorm veel tijd en kracht besteed. Het zal ook voor hen een grote voldoening zijn, dat thans dit eenstemmig besluit door de synode genomen werd. Moge de zegenrijke werking van dit besluit in de toekomst blijken!