Herziening van de kerkorde art. 47

Art. 425. De praeses merkt op, dat nu een besluit genomen is over de plaats en de taak van de diakenen op de meerdere vergaderingen (zie art. 422) ook een beslissing kan vallen over het nog aangehouden artikel 47 van de voorlopig vastgestelde kerkorde.

Daar het genomen besluit slechts een beginsel-uitspraak inhoudt, waarover nog het oordeel van de kerken zal worden gevraagd, wordt door de deputaten en commissie II voorgesteld het genoemde artikel op dit ogenblik nog ongewijzigd vast te stellen. Diaken W.C. van Essen stelt voor in het 2e lid na „genoemde zaken” in te voegen „alsmede ter verkiezing van de leden van het moderamen”. Dit amendement wordt verworpen. Daarna wordt artikel 47 ongewijzigd aanvaard.

Het luidt aldus:

 

Artikel 47

1. Voor zaken, die de dienst der barmhartigheid betreffen, alsmede voor de verkiezing van diakenen-afgevaardigden zullen naar de meerdere vergaderingen, naast dienaren des Woords en ouderlingen, ook diakenen afgevaardigd worden.
2. Aan deze diakenen zal ten aanzien van de genoemde zaken stemrecht worden verleend.