Herziening van de kerkorde art. 116-119

Art. 365. De artikelen 116-119 van de voorlopig vastgestelde kerkorde worden nu door de praeses in bespreking gegeven.

Van artikel 116 wordt lid 1 aangenomen met de verkorting, die door de deputaten is voorgesteld en door de commissie is overgenomen, terwijl lid 2 onveranderd wordt vastgesteld.

Ds J.C. Hagen en ds F.C. Zwaal stellen voor in lid 1 van artikel 117 het eerste woord „of” te laten vervallen en na het woord „ambt” in te voegen: „of hun ambt verlaten”. Over dit amendement ontstaat enige discussie, waarin tenslotte dr D. Nauta adviseert de volgende redactie te kiezen „schromelijk veronachtzamen, misbruiken of trouweloos verlaten van hun ambt”. De voorzitter van commissie II, ds M. Kamper, stelt er prijs op zowel het ingediende amendement als het gegeven advies nog nader in de commissie te bezien. In verband daarmee besluit de synode de beslissing over lid 1 van artikel 117 nog aan te houden (zie verder art. 449 en 450). Lid 2 van dit artikel wordt echter nu reeds onveranderd vastgesteld.

In overeenstemming met de voorstellen van de deputaten en de commissie wordt van artikel 118 lid 1 gewijzigd en lid 2 ongewijzigd goedgekeurd.

T.a.v. artikel 119 zijn er tussen de deputaten en de commissie geen verschillen; beide stellen voor om alleen in lid 1 een paar kleine wijzigingen aan te brengen. Er is hierbij echter een amendement ingediend door ds Van Herksen, waarin wordt voorgesteld de mogelijkheid van schorsing door de classis te schrappen, en subsidiair wordt voorgesteld aan het slot van lid 1 aldus te lezen: „of door de classis, bij welke de kerk in overleg met de naburige kerk de zaak aanhangig heeft gemaakt”. Ds Van Herksen ontvangt de gelegenheid dit voorstel te verdedigen, doch de verdere bespreking ervan moet tot een later tijdstip worden uitgesteld (zie verder art. 382).