Herziening van de kerkorde art. 93-103

Art. 356. De praeses stelt thans aan de orde de behandeling van de artikelen 93-103 van de voorlopig vastgestelde kerkorde (zie bijlage LXXVIII a, b en c). Hierbij fungeert als rapporteur namens de commissie ds M. Kamper.

Bij artikel 93 is een amendement door ds J.C. Hagen ingediend, dat evenwel in de vergadering niet gesteund wordt. Lid 1 van dit artikel wordt onveranderd vastgesteld, terwijl voor lid 2 de nieuwe redactie wordt gekozen, die door de deputaten is voorgesteld en door de commissie is overgenomen.

De in artikel 94, lid 1 en 2 door de deputaten en de commissie voorgestelde wijzigingen worden door de synode aanvaard; de definitieve formulering van dit artikel kan echter pas plaats vinden, nadat de synode een beslissing zal hebben genomen over de eventueel andere wijze, waarop het college van generale deputaten voor de evangelisatie zal worden samengesteld (zie verder art. 373, 447 en 448).

Bij de behandeling van artikel 95 komt aan de orde een voorstel, ingediend door ouderling T. Spaan, waarin voor dit artikel een andere redactie is gegeven. De commissie neemt dit voorstel over. Nadat gebleken is, dat ook de deputaten er geen bezwaar tegen hebben, wordt het door de synode aangenomen.

Artikel 96 wordt onveranderd vastgesteld, terwijl in artikel 97 de door de deputaten en de commissie voorgestelde wijzigingen worden aanvaard.

De amendementen van ds J.C. Hagen en ds F.C. Zwaal, die beide bedoelen in artikel 98 de woorden „in het bijzonder in Indonesië” te laten vervallen, worden door de synode verworpen. Verder wordt besloten dit artikel in twee leden te splitsen en de in beide leden door de deputaten en de commissie voorgestelde veranderingen goed te keuren.

Bij de bespreking van artikel 99 worden de voorstellen van de deputaten en de commissie om de leden 2 en 3 van plaats te doen verwisselen er om in de leden 1, 2 en 3 enkele wijzigingen aan te brengen, aanvaard.

Ook met de voorstellen, die de deputaten en de commissie doen t.a.v. de artikelen 100 en 101 kan de synode zich verenigen.

Tenslotte komen nog aan de orde de artikelen 102 en 103, die op voorstel van de deputaten en de commissie worden samengevoegd tot één artikel, met dien verstande, dat lid 1 van het oude artikel 103 thans wordt lid 3 van artikel 102, terwijl lid 2 van het oude artikel 103 vervalt. Van het aldus samengestelde nieuwe artikel 102, wordt lid 1 aanvaard met de daarin voorgestelde wijzigingen. Ook lid 2 wordt goedgekeurd in de nieuwe redactie, waarover de deputaten en de commissie het eens zijn geworden, zulks evenwel met verandering van de woorden „in een regeling” in „in de desbetreffende bepalingen”. Eindelijk wordt ook lid 3 aanvaard met de daarin door de deputaten en de commissie aangebrachte veranderingen.