Op de propositie des Dienaers vanden Briel Ofmen Andream inden Dienst der Brielsche Kercke laten sal, R. Nademael hij sich na sijnen val ghebetert heeft, ende sijnen dienst (boete van sijner sonde ghedaen hebbende) stichtelick bedient, soo salmen hem in sijnen Dienst laten daer in men hem ghedult heeft tot op desen Sijnodum toe.