Op de vraghe van die van Walcheren, Of het niet goet en ware datmen goede Homilias op den Catechismum maeckte, R. is gheantwoort datmen dit sal laten blijuen, maer dat het goet ware dat de Dienaers oordentlicke bij ghebuerte in Classicis conuentibus een vraghe ofte twee wt den Catechismo cortelicken wtleijden, op datse alsoo malcanderen oenenen ende scherpen mochten, ende den Catechismum oordentlicke grondelick ende stichtelick voor der Ghemeijnte leerden verclaren.