Men heeft eenen Michaelem Egidii die onberoepen inde Classe van Dordrecht sich onderwonden heeft te leeren ende te doopen, ghestraft ende heftelick vermaent dat hij hem van nu voort aen, wachte eenighen Kerckendienst, t’ sij leere of Doop te bedienen, om sijns grooten onuerstands ende onwetenheijts wille, alsoo dat hij niet bequaem en is een slecht lidtmaet der Ghemeijnte te wesen. Dit heeft hij belooft te doen.